hobby. ­Jan Hoog Antink

Spelen op de trekharmonica heb ik mezelf geleerd

Als het om zijn hobby gaat, mogen we Jan Hoog Antink (74) bevlogen noemen. Al tientallen jaren houdt hij zich met de trekharmonica bezig.

Jan Hoog Antink aan het Gooimeer op een trekharmonica uit Estland

foto: oscar timmers

Spelen op de trekharmonica heb ik mezelf geleerd

Als het om zijn hobby gaat, mogen we Jan Hoog Antink (74) bevlogen noemen. Al tientallen jaren houdt hij zich met de trekharmonica bezig.

Hij speelt erop. Hij schrijft er artikelen over. En hij bezit een verzameling van wel vijftig van deze muziekinstrumenten. Vooral afkomstig uit Rusland en de Baltische Staten. Sinds hij met pensioen is, heeft hij meer tijd om zelf trekharmonica’s te bouwen. We bezochten Jan in zijn woonplaats Almere en dompelden ons onder in een feest van klanken en verhalen.   “Mijn liefde voor de trekharmonica is ontstaan op Terschelling. Daar ging ik vroeger met mijn zeilbootje naartoe. Men deed er veel aan volksdansen, begeleid door trekharmonicaspelers. Die muziek inspireerde mij. Zij past ook zo goed bij de sfeer van de zee. Ik kocht een trekharmonica. En heb mezelf het spelen geleerd. Gewoon door goed naar platen te luisteren. Ik speel alles uit mijn hoofd. De trekharmonica wordt soms verward met de accordeon, twee heel verschillende instru-menten! Bij een trekharmonica geeft een knop bij het trekken een andere toon dan bij het duwen. Dat is bij de accordeon niet zo. Ik ben ook geen fan van typisch Franse accor-deonmuziek. Ik houd van polka’s uit Rusland. Om me in die muziek te kunnen inleven, ben ik zelfs Russisch gaan leren. De afgelopen jaren heb ik verschillende trekharmonica’s uit Estland aangeschaft. Ik heb me ook verdiept in de volksmuziek uit dat land. Daar spreekt een krachtig vrijheids-gevoel uit. De Esten werden lang onderdrukt door andere volkeren. Maar wat ze zich niet lieten afpakken, was hun muziek. Vroeger trad ik wel op voor publiek. Tegenwoordig richt ik me vooral op het bouwen van trekharmonica’s. Erg leuk om te doen. Zo’n instrument heeft drieduizend onder-delen. Daar ben je wel even mee bezig. Maar ik heb er de tijd voor. Dat is het mooie van gepensioneerd zijn.”  

Jan Hoog Antink ging op zijn 58ste met pensioen. Hij werkte als servicetechnicus en ontwerper bij de afdeling medische techniek van Siemens.

foto: oscar timmers

 

Jan Hoog Antink aan het Gooimeer op een trekharmonica uit Estland

Hij speelt erop. Hij schrijft er artikelen over. En hij bezit een verzameling van wel vijftig van deze muziekinstrumenten. Vooral afkomstig uit Rusland en de Baltische Staten. Sinds hij met pensioen is, heeft hij meer tijd om zelf trekharmonica’s te bouwen. We bezochten Jan in zijn woonplaats Almere en dompelden ons onder in een feest van klanken en verhalen.   “Mijn liefde voor de trekharmonica is ontstaan op Terschelling. Daar ging ik vroeger met mijn zeilbootje naartoe. Men deed er veel aan volksdansen, begeleid door trekharmonicaspelers. Die muziek inspireerde mij. Zij past ook zo goed bij de sfeer van de zee. Ik kocht een trekharmonica. En heb mezelf het spelen geleerd. Gewoon door goed naar platen te luisteren. Ik speel alles uit mijn hoofd. De trekharmonica wordt soms verward met de accordeon, twee heel verschillende instru-menten! Bij een trekharmonica geeft een knop bij het trekken een andere toon dan bij het duwen. Dat is bij de accordeon niet zo. Ik ben ook geen fan van typisch Franse accor-deonmuziek. Ik houd van polka’s uit Rusland. Om me in die muziek te kunnen inleven, ben ik zelfs Russisch gaan leren. De afgelopen jaren heb ik verschillende trekharmonica’s uit Estland aangeschaft. Ik heb me ook verdiept in de volksmuziek uit dat land. Daar spreekt een krachtig vrijheids-gevoel uit. De Esten werden lang onderdrukt door andere volkeren. Maar wat ze zich niet lieten afpakken, was hun muziek. Vroeger trad ik wel op voor publiek. Tegenwoordig richt ik me vooral op het bouwen van trekharmonica’s. Erg leuk om te doen. Zo’n instrument heeft drieduizend onder-delen. Daar ben je wel even mee bezig. Maar ik heb er de tijd voor. Dat is het mooie van gepensioneerd zijn.”  

Jan Hoog Antink ging op zijn 58ste met pensioen. Hij werkte als servicetechnicus en ontwerper bij de afdeling medische techniek van Siemens.
Arrow-prev Arrow-next