Hij werd geboren in de Hongaarse industriestad Györ, bekend om zijn staalgieterij en zijn metaalfabrieken. Arpad Szombathelyi (67) kreeg de liefde voor staal en metaal dus met de paplepel ingegoten. Hij gebruikt het materiaal als kunstenaar én hij verdiende zijn brood in de metaalindustrie.
Hij werd geboren in de Hongaarse industriestad Györ, bekend om zijn staalgieterij en zijn metaalfabrieken. Arpad Szombathelyi (67) kreeg de liefde voor staal en metaal dus met de paplepel ingegoten. Hij gebruikt het materiaal als kunstenaar én hij verdiende zijn brood in de metaalindustrie.
In 1981 kwam ik vanuit Hongarije naar Nederland. Ik was in Hongarije opgeleid tot industrieel vormgever, maar van dat vak kon ik hier toen niet leven. Daarom ben ik bij Sollas in Oldenzaal gaan werken, een familiebedrijf dat verpakkingsmachines bouwt. Ik assembleerde en monteerde deze machines. Ik deed dat parttime, 28 uur. De rest van de week besteedde ik aan mijn kunst. Het was niet eenvoudig: ik kwam altijd tijd tekort. Creativiteit kun je niet zomaar aanzetten, dat kost tijd. Tegen de tijd dat ik in die creatieve modus zat, begon mijn werkweek bij Sollas weer. Daar zagen ze me in het begin vooral als ‘die kunstenmaker’. Later draaiden ze gelukkig bij. En ik kreeg van de directie toestemming om de machines te gebruiken voor mijn kunst, daar had ik thuis geen ruimte voor. In 2019 besloot Sollas om de vestiging in Oldenzaal samen te voegen met het moederbedrijf in Wormer. Van Overijssel naar Noord-Holland op en neer rijden wilde ik niet. Toen ben ik met hulp van PME-consulent Irene Hendriksen vervroegd met pensioen gegaan. Zij heeft mij heel vakkundig geholpen en wist zelfs nog wat pensioen boven water te halen dat ik in Hongarije had opgebouwd. Nu heb ik alle tijd voor mijn kunst en kan ik ook complexere werken maken. Ik werk met staal en met plexiglas. Dat is een mooie combinatie: het harde, gladde staal en het transparante, kleurrijke plexiglas. Ik werk nu aan allerlei verschillende dingen, zowel aan opdrachten als aan maatschappelijke projecten. Ik heb bijvoorbeeld subsidie gekregen voor een schoolproject over digitale identiteit. Daar kijk ik erg naar uit. Ja, ik kan echt zeggen dat mijn vervroegde pensioen een zegen is.” ●
In 1981 kwam ik vanuit Hongarije naar Nederland. Ik was in Hongarije opgeleid tot industrieel vormgever, maar van dat vak kon ik hier toen niet leven. Daarom ben ik bij Sollas in Oldenzaal gaan werken, een familiebedrijf dat verpakkingsmachines bouwt. Ik assembleerde en monteerde deze machines. Ik deed dat parttime, 28 uur. De rest van de week besteedde ik aan mijn kunst. Het was niet eenvoudig: ik kwam altijd tijd tekort. Creativiteit kun je niet zomaar aanzetten, dat kost tijd. Tegen de tijd dat ik in die creatieve modus zat, begon mijn werkweek bij Sollas weer. Daar zagen ze me in het begin vooral als ‘die kunstenmaker’. Later draaiden ze gelukkig bij. En ik kreeg van de directie toestemming om de machines te gebruiken voor mijn kunst, daar had ik thuis geen ruimte voor. In 2019 besloot Sollas om de vestiging in Oldenzaal samen te voegen met het moederbedrijf in Wormer. Van Overijssel naar Noord-Holland op en neer rijden wilde ik niet. Toen ben ik met hulp van PME-consulent Irene Hendriksen vervroegd met pensioen gegaan. Zij heeft mij heel vakkundig geholpen en wist zelfs nog wat pensioen boven water te halen dat ik in Hongarije had opgebouwd. Nu heb ik alle tijd voor mijn kunst en kan ik ook complexere werken maken. Ik werk met staal en met plexiglas. Dat is een mooie combinatie: het harde, gladde staal en het transparante, kleurrijke plexiglas. Ik werk nu aan allerlei verschillende dingen, zowel aan opdrachten als aan maatschappelijke projecten. Ik heb bijvoorbeeld subsidie gekregen voor een schoolproject over digitale identiteit. Daar kijk ik erg naar uit. Ja, ik kan echt zeggen dat mijn vervroegde pensioen een zegen is.” ●