Wat doet het verantwoordingsorgaan (VO)? Hoe komen hun adviezen tot stand? Aart van den Brink en Ko van den Berg zitten beiden in het VO van PME. Ze vertellen over hun rol.
“Ik ben onafhankelijk voorzitter, dus ik ben geen lid van het VO. Mijn rol is om het VO te helpen het bestuur zo kritisch mogelijk te volgen. Een terugkerend onderwerp in de VO-vergaderingen is het premiebeleid van PME. Je hebt te maken met de pensioendriehoek: de ingelegde premie, het pensioen dat je daarmee wilt bereiken en de hoeveelheid risico die je wil nemen bij het beleggen van de premie. Die drie moeten in evenwicht zijn. De cao-partners van werkgevers en werknemers spreken met elkaar een pensioenpremie af en de pensioenhoogte die ze willen bereiken. Vervolgens is het aan het PME- bestuur om daarmee akkoord te gaan, want die moet het kunnen waarmaken. En daar komt het VO om de hoek kijken. Want als het bestuur ‘ja’ zegt, moet het VO kijken of alle belangen goed zijn afgewogen. Mijn taak is dat proces goed te begeleiden. Dus ik zorg eerst dat alle VO-leden het onderwerp goed begrijpen. Daarna geef ik iedereen de ruimte om zijn of haar mening te geven. De laatste stap is het besluit. Ofwel: het advies dat we geven aan het PME-bestuur.” ●
“Tijdens mijn werkzame leven was ik actief in ondernemingsraden en bemoeide ik me met pensioenen bij mijn werkgevers. Daardoor ben ik echt gegrepen door het onderwerp. Als ingenieur houd ik ervan om dingen tot in detail uit te zoeken. Als je zegt dat één plus twee drie is, reken het dan maar even voor. De premie-inleg is daar een goed voorbeeld van. PME heeft al jarenlang een premie die eigenlijk te laag is om het toegezegde pensioen waar te maken. Daar hebben we het in de laatste VO-vergadering over gehad. De dekkingsgraad is tussen 2015 en 2020 namelijk 3,2% lager geworden dan als we aan onze deelnemers in die jaren wél een kostendekkende premie hadden gevraagd. Die lagere premie is een voordeel voor de actieve deelnemers, maar de lagere dekkingsgraad is nadelig voor iedereen. Als je echter voor een kostendekkende premie kiest, wordt die wel erg hoog voor de actieven en werkgevers. Ik vind dat dit verhaal niet genoeg naar voren wordt gebracht. Het VO moet daarin nu een afweging maken. Het is belangrijk dat we alles duidelijk uitleggen aan de deelnemers, ook als de gevolgen van zo’n sommetje voor sommigen iets minder aangenaam zijn.”●
“Tijdens mijn werkzame leven was ik actief in ondernemingsraden en bemoeide ik me met pensioenen bij mijn werkgevers. Daardoor ben ik echt gegrepen door het onderwerp. Als ingenieur houd ik ervan om dingen tot in detail uit te zoeken. Als je zegt dat één plus twee drie is, reken het dan maar even voor. De premie-inleg is daar een goed voorbeeld van. PME heeft al jarenlang een premie die eigenlijk te laag is om het toegezegde pensioen waar te maken. Daar hebben we het in de laatste VO-vergadering over gehad. De dekkingsgraad is tussen 2015 en 2020 namelijk 3,2% lager geworden dan als we aan onze deelnemers in die jaren wél een kostendekkende premie hadden gevraagd. Die lagere premie is een voordeel voor de actieve deelnemers, maar de lagere dekkingsgraad is nadelig voor iedereen. Als je echter voor een kostendekkende premie kiest, wordt die wel erg hoog voor de actieven en werkgevers. Ik vind dat dit verhaal niet genoeg naar voren wordt gebracht. Het VO moet daarin nu een afweging maken. Het is belangrijk dat we alles duidelijk uitleggen aan de deelnemers, ook als de gevolgen van zo’n sommetje voor sommigen iets minder aangenaam zijn.”●
Veel mensen weten niet goed wat het VO doet. In deze vaste rubriek laten we daarom VO-leden aan het woord. Uit recent onderzoek onder lezers van PME magazine blijkt dat dit positief wordt gewaardeerd. Het verantwoordingsorgaan (VO) bestaat uit zestien leden. Het bestuur van PME legt verantwoording af aan dit orgaan. En het VO adviseert het bestuur van PME. Meer informatie:
pmepensioen.nl/ verantwoordingsorgaan
⇩ extra online content ⇩
Aart van den Brink en Ko van den Berg geven een extra kijkje in de VO-keuken.
Aart van den Brink: “Ik ben in januari met pensioen gegaan, maar ik wilde eigenlijk nog niet stoppen met werken. Ik heb ongeveer vijftien jaar in de pensioenwereld gewerkt: ik zat namens CNV Vakmensen in het bestuur van zeven verschillende pensioenfondsen. Kortom, ik weet veel van deze materie. Deze rol past me daarom perfect. Het PME-bestuur is open en transparant: het VO krijgt alles wat er daar wordt besproken. Ik merk wel dat VO-leden soms wat overweldigd raken. Welke stukken hoeven ze alleen maar te lezen, meer niet? En over welke onderwerpen moeten ze echt adviseren? Ik heb daarin wat meer structuur aangebracht. Bij elk stuk zit een ‘voorlegger’: dit is de kern, dit is de achtergrondinformatie en dit wordt er van jullie verwacht. Deze probeer ik nu nóg duidelijker te maken.”
Ko van den Berg: “Ik loop op dit moment stage bij het VO, als een soort opleiding. Ik heb geen stemrecht, maar ik vergader, praat en denk mee. En ik stel vragen. Ik wil namelijk altijd graag het naadje van de kous weten, want ik vind dat we het PME-beleid goed aan de deelnemers moeten kunnen uitleggen. Daarom ben ik heel blij met Aart als voorzitter: hij heeft zoveel inhoudelijke kennis van zaken. Soms heeft hij in de gaten dat er iets meer achter een onderwerp zit. Hij stimuleert ons dan om wat dieper te graven en door te vragen bij het bestuur.”