ruimte
De beleggingsportefeuille van PME wordt steeds groener. En ook bij ‘onze’ deelnemende bedrijven in de metaal- en technologische industrie is er sprake van vergroening. Een mooi voorbeeld: het nieuwe bedrijf Purified Metal Company, gevestigd bij Delfzijl.
Treinstellen, hoogspanningsmasten, industriële installaties: er is nogal wat staal in omloop. Is zo’n object ‘over de datum’? Dan wordt het gesloopt. Soms krijgt het staal een tweede leven. Maar alleen als het niet is verontreinigd met bijvoorbeeld asbest of chroom-6. Omdat staal schoonmaken duur en tijdrovend is, belandt dat staalschroot nogal eens op de vuilnisbelt, gaat er een laag aarde overheen en komt er een bordje naast: ‘Hier ligt vervuild staal, graag opgraven als je weet hoe je het moet reinigen’.
“Het is toch ongelooflijk dat we toekomstige generaties daarmee opzadelen?” zegt Jan Henk Wijma, CEO van Purified Metal Company: de fabriek die sinds een aantal maanden bewijst dat vervuild staal reinigen mogelijk is. “We verhitten het staal tot meer dan 1600 graden Celsius. Zo kunnen we de verontreiniging scheiden van het staal en onschadelijk maken.” Het schone staal blijft over en rolt de fabriek uit in de vorm van kleine ‘staalbakstenen’: purified metal blocks van 7 kilo per stuk. Grondstof voor nieuwe staalconstructies.
De komst van de fabriek voorkomt niet alleen groeiende staalstortplaatsen, het proces zelf is ook een stuk groener dan nieuw staal produceren uit ijzererts. Dat kost namelijk twee keer zoveel energie. Jan Henk: “Met onze fabriek besparen we 150.000 ton CO2-uitstoot per jaar, ofwel de jaarlijkse uitstoot van 45.000 personenauto’s.” Ook bespaart de fabriek grondstoffen. Staal dat voorheen op de stort belandde, gaat nu een tweede leven tegemoet. Jan Henk: “Er is dus meer oud staal beschikbaar, waardoor er minder ijzererts nodig is. Én minder kolen en kalk. Die grondstoffen gebruik je namelijk ook voor staalproductie.” ●
De beleggingsportefeuille van PME wordt steeds groener. En ook bij ‘onze’ deelnemende bedrijven in de metaal- en technologische industrie is er sprake van vergroening. Een mooi voorbeeld: het nieuwe bedrijf Purified Metal Company, gevestigd bij Delfzijl.
Treinstellen, hoogspanningsmasten, industriële installaties: er is nogal wat staal in omloop. Is zo’n object ‘over de datum’? Dan wordt het gesloopt. Soms krijgt het staal een tweede leven. Maar alleen als het niet is verontreinigd met bijvoorbeeld asbest of chroom-6. Omdat staal schoonmaken duur en tijdrovend is, belandt dat staalschroot nogal eens op de vuilnisbelt, gaat er een laag aarde overheen en komt er een bordje naast: ‘Hier ligt vervuild staal, graag opgraven als je weet hoe je het moet reinigen’.
“Het is toch ongelooflijk dat we toekomstige generaties daarmee opzadelen?” zegt Jan Henk Wijma, CEO van Purified Metal Company: de fabriek die sinds een aantal maanden bewijst dat vervuild staal reinigen mogelijk is. “We verhitten het staal tot meer dan 1600 graden Celsius. Zo kunnen we de verontreiniging scheiden van het staal en onschadelijk maken.” Het schone staal blijft over en rolt de fabriek uit in de vorm van kleine ‘staalbakstenen’: purified metal blocks van 7 kilo per stuk. Grondstof voor nieuwe staalconstructies.
De komst van de fabriek voorkomt niet alleen groeiende staalstortplaatsen, het proces zelf is ook een stuk groener dan nieuw staal produceren uit ijzererts. Dat kost namelijk twee keer zoveel energie. Jan Henk: “Met onze fabriek besparen we 150.000 ton CO2-uitstoot per jaar, ofwel de jaarlijkse uitstoot van 45.000 personenauto’s.” Ook bespaart de fabriek grondstoffen. Staal dat voorheen op de stort belandde, gaat nu een tweede leven tegemoet. Jan Henk: “Er is dus meer oud staal beschikbaar, waardoor er minder ijzererts nodig is. Én minder kolen en kalk. Die grondstoffen gebruik je namelijk ook voor staalproductie.” ●
PME belegt op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde manier en wil werkenden en gepensioneerden daar graag bij betrekken. PME heeft onlangs een enquête gehouden. Deelnemers en gepensioneerden blijken duurzaamheid en maatschappelijk verantwoorde aandacht belangrijk te vinden. Toch weten de meesten niet dat PME een verantwoord beleggingsbeleid heeft. Degenen die dat wel weten, ondersteunen dat beleid, maar vaak wel met een belangrijke kanttekening: het financiële resultaat moet vooropstaan. Voor jonge (18-45 jaar) en hoogopgeleide respondenten ligt dat anders: zij vinden duurzaamheid belangrijker.
⇩ extra online content ⇩
“Ik hoop dat ik zo lang mogelijk door kan werken”
“We hebben de eerste fabriek in Delfzijl nu up and running en zijn aan het opschalen. Ondertussen zijn we ook bezig met uitbreiden. We hebben patent op deze verwerkingstechniek voor Europa, de Verenigde Staten, Japan en Australië. Daar is de wetgeving namelijk min of meer gelijk aan die in Nederland en ze zitten met dezelfde problemen als het gaat om het reinigen van verontreinigd staal. De uitbreiding naar de volgende fabriek is al heel concreet: we hebben een locatie in Oost-Duitsland gevonden en er lopen gesprekken. Als ik wat verder vooruitkijk, denk ik dat er over vijf jaar vijf PMC-fabrieken zijn.
Daarnaast zijn we natuurlijk in Nederland ook volop bezig met de toekomst. We hebben nu 38 medewerkers in dienst, dat moeten er uiteindelijk 60 tot 65 worden. En ook hún toekomst is belangrijk. Als je het dan over pensioenen hebt, merk ik dat het voor velen een ver-van-hun-bed-show is. Ze vinden het belangrijk dat het goed is geregeld, maar verder vinden ze het vooral ingewikkeld. Dat komt denk ik vooral door alle toch wel negatieve media-aandacht, over dalende dekkingsgraden en dat het pensioen niet wordt geïndexeerd. Daarom is het zo belangrijk dat de consulent van PME in heldere taal uitlegt hoe het zit en welke keuzes er zijn. De werkgeversconsulent heeft precies dát gedaan aan ons als werkgever. Binnenkort komt de werknemersconsulent en ik verwacht dat die hetzelfde heldere verhaal zal houden voor de medewerkers.
Ik ben mede-eigenaar en aandeelhouder van de fabriek en ik ben niet in dienst bij PMC. Ik ben dus ook geen deelnemer bij PME. Tot zes jaar geleden trouwens wel: ik heb jarenlang een baan gehad in de staalindustrie, dus ik heb pensioen opgebouwd bij PME. Nu ben ik zelf verantwoordelijk voor mijn pensioenopbouw. Ik weet inmiddels één ding: het is heel erg duur als je het zelf moet regelen. Je kunt beter bij een pensioenfonds zitten. Ik denk uiteraard weleens aan mijn pensioen, maar dat voelt nog heel ver weg. Mijn werk nu, voor PMC, voelt helemaal niet als werk, ik vind het alleen maar heel erg leuk. Daarom hoop ik dat ik zo lang mogelijk door kan werken. Zo lang ik gezond blijf, doe ik dat. Mensen hebben wel gevraagd aan mij: ‘Ga je het patent verkopen? Dan kun je lekker op de Bahama’s gaan zitten.’ Dat lijkt me vreselijk, ik heb niks met miljoenen. Ik vind het belangrijker dat ik dingen doe waar ik me goed bij voel.”
Het geld dat deelnemers inleggen, belegt PME duurzaam en maatschappelijk verantwoord. Maar hoe denken deelnemers en gepensioneerden over dat beleggingsbeleid? Dat wil PME graag weten. Daarom heeft PME onlangs een enquête gehouden. Dit zijn de belangrijkste conclusies.