Ons pensioenstelsel gaat op de schop. Vorig jaar juni sloten de overheid, werkgevers en werknemers hierover een principeakkoord. Momenteel werkt men de afspraken uit. Komt er een gedegen en toekomstbestendig pensioenstelsel? Twee leden van ons verantwoordingsorgaan (VO), Peter van der Zalm en Jos van Zuydam, blikken vooruit.
“Ik ben ongerust over de uitwerking van het principeakkoord. Ik vind dat een nieuw pensioenstelsel moet uitgaan van de goede rendementen van de fondsen. En niet van een kunstmatig laag gehouden rekenrente. Dat is een verkeerd uitgangspunt. De pensioenpot zit goed vol. De afgelopen tien jaar verdubbelde het pensioenvermogen in Nederland. Ik hoop ook dat de pensioenen worden geïndexeerd, dat ze meegroeien met de stijgende kosten van het levensonderhoud.
Verder moet vervroegd stoppen voor zware beroepen beter worden geregeld. Die zware beroepen zijn er genoeg in de metaal- en technologiesector. Het plan is dat je drie jaar vóór je AOW-leeftijd met pensioen zou kunnen. Maar hoeveel waarde heeft dat als de AOW-leeftijd steeds verder stijgt? 45 jaar werken is meer dan genoeg. Ik neem mijzelf even als voorbeeld. Ik begon met werken op mijn vijftiende en heb best zwaar werk gedaan. Ik kon het net volmaken tot aan mijn AOW-leeftijd; 66 jaar plus vier maanden. Op het laatst liep ik echt wel op mijn tandvlees en had veel fysieke klachten. Om dat zichtbaar te maken, ben ik een keer met een rollator naar mijn werk gegaan. Met als boodschap: jongens, zo gaat het er in de toekomst uitzien in onze sector.” ●
“Men wil de doorsneepremie afschaffen. Om een meer eerlijke verhouding tussen jongeren en ouderen in de premiebetaling te realiseren. Op de lange termijn voordelig voor iedereen. Maar op korte termijn ongunstig voor mensen van rond de 45 jaar. Voor hen is een overgangsregeling nodig, zodat zij toch een goed pensioen krijgen. Maar hoe gaat die regeling eruitzien? Dat weten we nog niet.
In het nieuwe stelsel zouden oudere werknemers die zwaar werk doen, drie jaar eerder kunnen stoppen. De werkgever kan een medewerker dan maximaal drie jaar circa € 19.000 bruto per jaar boetevrij uitkeren. Op zich goed. Maar in het principeakkoord staat helaas dat deze regeling slechts tijdelijk is, voor de periode 2021–2025.
Ik hoop echt dat de overheid en de sociale partners er samen uitkomen. Vernieuwing is nodig. Het slechtst denkbare scenario is dat het niet lukt om snel goede afspraken te maken. En dat die onwerkbare rekenrente blijft bestaan. Dan ga je de komende jaren mogelijk grote pensioenverlagingen krijgen. Wat de rol van PME in dit alles is? Meedenken en lobbyen. We zijn een pen-sioenuitvoerder. We kunnen geen politiek bedrijven. Onze bestuurders voelen zich sterk betrokken bij de deelnemers. Dat is goed. Maar de rol van PME blijft begrensd. De overheid en de organisaties van werkgevers en werknemers zijn aan zet.” ●
“Men wil de doorsneepremie afschaffen. Om een meer eerlijke verhouding tussen jongeren en ouderen in de premiebetaling te realiseren. Op de lange termijn voordelig voor iedereen. Maar op korte termijn ongunstig voor mensen van rond de 45 jaar. Voor hen is een overgangsregeling nodig, zodat zij toch een goed pensioen krijgen. Maar hoe gaat die regeling eruitzien? Dat weten we nog niet.
In het nieuwe stelsel zouden oudere werknemers die zwaar werk doen, drie jaar eerder kunnen stoppen. De werkgever kan een medewerker dan maximaal drie jaar circa € 19.000 bruto per jaar boetevrij uitkeren. Op zich goed. Maar in het principeakkoord staat helaas dat deze regeling slechts tijdelijk is, voor de periode 2021–2025.
Ik hoop echt dat de overheid en de sociale partners er samen uitkomen. Vernieuwing is nodig. Het slechtst denkbare scenario is dat het niet lukt om snel goede afspraken te maken. En dat die onwerkbare rekenrente blijft bestaan. Dan ga je de komende jaren mogelijk grote pensioenverlagingen krijgen. Wat de rol van PME in dit alles is? Meedenken en lobbyen. We zijn een pen-sioenuitvoerder. We kunnen geen politiek bedrijven. Onze bestuurders voelen zich sterk betrokken bij de deelnemers. Dat is goed. Maar de rol van PME blijft begrensd. De overheid en de organisaties van werkgevers en werknemers zijn aan zet.” ●
Het verantwoordingsorgaan bestaat uit zestien leden. Het bestuur van PME legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan en het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur van PME. Meer informatie: www.pmepensioen.nl/ verantwoordingsorgaan.