JAARREKENING 2023 |
(bedragen x € 1 miljoen)
2023 |
2022 |
||||
13 |
Premiebijdragen (werkgevers en werknemers) |
||||
De premiebijdragen zijn als volgt: |
|||||
Verplichte pensioenregeling |
1.958 |
1.739 |
|||
Pensioenpremie voorgaande jaren |
15 |
1 |
|||
Voortgezette verzekering (incl. FVP) |
- |
- |
|||
Vrijwillige verzekering |
50 |
42 |
|||
Anw en WIA |
7 |
9 |
|||
2.030 |
1.791 |
||||
Koopsommen |
- |
1 |
|||
Totaal |
2.030 |
1.792 |
|||
Het premiepercentage van de verplichte regeling is 27,98% (2022: 27,98%) van de pensioengrondslag. De premieopbrengsten zijn niet gesplitst naar een werkgevers- en een werknemersdeel, omdat de totale premie volgens overeenkomst aan de werkgevers in rekening wordt gebracht. Een deel van de premie wordt door de werkgevers ingehouden op het salaris van de werknemers.
Samenstelling premiebijdragen:De verantwoorde premiebijdrage (€ 2.030 miljoen) exclusief premies voor WIA-excedent en Anw (€ 7 miljoen), bedraagt € 2.023 miljoen. Dat is de feitelijke premie ter dekking van de pensioenopbouw.
Kostendekkende premie:De benodigde kostendekkende premie wordt bepaald op basis van de in het boekjaar geldende rentetermijnstructuur. De gedempte kostendekkende premie 2023 is vastgesteld op basis van 1,57% (2022: 1,57%). Dat is het saldo van een verwacht rendement van 3,5% en een prijsinflatie van 1,9%. De (gedempte) kostendekkende premie voor de verplichte regeling en aanvullende regeling is als volgt samengesteld: |
|||||
2023 |
2022 |
||||
benodigdeDNB-RTS |
gedempte1,57% vast |
benodigdeDNB-RTS |
gedempte1,57% vast |
||
Kosten pensioenopbouw |
1.625 |
1.981 |
2.277 |
1.749 |
|
Opslag uitvoeringskosten |
17 |
17 |
15 |
15 |
|
Solvabiliteitsopslag |
322 |
- |
414 |
- |
|
Totaal |
1.964 |
1.998* |
2.706 |
1.764* |
|
Feitelijke premie ter dekking van pensioenopbouw |
2.023 |
2.023 |
1.783 |
1.783 |
|
Marge tussen feitelijke premie en kostendekkende premie |
59 |
25 |
(923) |
19 |
|
* dit bedrag is gelijkgesteld aan de gedempte kostendekkende premie (ex-ante). |
|||||
De kosten voor de pensioenopbouw betreft de actuarieel benodigde premie voor de opbouw van aanspraken en risicopremies. De feitelijke premie van de verplichte regeling bedraagt 27,98% van de pensioengrondslag voor 2023. De gedempte kostendekkende premie (ex-ante) voor 2023 bedraagt 27,88% (2022: 27,68%) van de pensioengrondslag. Aangezien het premiebeleid gebaseerd is op de gedempte kostendekkende premie (ex-ante), voldoet de feitelijke premie ter dekking van pensioenopbouw aan het vastgestelde premiebeleid in de ABTN. Het quotiënt van enerzijds de feitelijke premie ter dekking van pensioenopbouw (exclusief de opslag uitvoeringskosten) en anderzijds de kosten van de pensioenopbouw op basis van de rentetermijnstructuur (RTS) geeft de premiedekkingsgraad weer. De premiedekkingsgraad in 2023 wordt berekend op basis van de RTS per 31 oktober 2022 (het toetsmoment) en bedraagt 121% (31 oktober 2021: 73%). |
2023 |
2022 |
||||
14 |
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds |
||||
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds |
4.293 |
(14.900) |
|||
2023 |
|||||
Beleggingscategorie |
Directresultaat |
Indirectresultaat |
Kosten |
Totaalresultaat |
|
Vastgoed beleggingen |
81 |
(441) |
(8) |
(368) |
|
Aandelen |
306 |
1.687 |
(14) |
1.979 |
|
Vastrentende waarden |
853 |
1.196 |
(32) |
2.017 |
|
Derivaten |
(300) |
737 |
(1) |
436 |
|
Overige beleggingen |
18 |
223 |
(5) |
236 |
|
Subtotaal |
958 |
3.402 |
(60) |
4.300 |
|
Toerekening algemene kosten aan beleggingsresultaat |
(7) |
||||
Totaal |
4.293 |
||||
2022 |
|||||
Beleggingscategorie |
Directresultaat |
Indirectresultaat |
Kosten |
Totaalresultaat |
|
Vastgoedbeleggingen |
72 |
18 |
(9) |
81 |
|
Aandelen |
357 |
(2.889) |
(13) |
(2.545) |
|
Vastrentende waarden |
654 |
(5.734) |
(36) |
(5.116) |
|
Derivaten |
131 |
(7.612) |
(1) |
(7.482) |
|
Overige beleggingen |
31 |
142 |
(5) |
168 |
|
Subtotaal |
1.245 |
(16.075) |
(64) |
(14.894) |
|
Toerekening algemene kosten aan beleggingsresultaat |
(6) |
||||
Totaal |
(14.900) |
De kosten vermogensbeheer in de bovenstaande tabel omvatten de kosten die direct bij het fonds in rekening zijn gebracht en zijn toegerekend aan de beleggingsresultaten. Deze zijn als volgt uit te splitsen: |
||||||
2023 |
||||||
Vermogensbeheer kosten
|
Beheerkosten |
Performance fee |
Transactie kosten |
Overige
|
Totaal |
|
Vastgoedbeleggingen |
8.401 |
- |
- |
- |
8.401 |
|
Aandelen |
5.474 |
- |
- |
- |
5.474 |
|
Vastrentende waarden |
21.010 |
- |
- |
- |
21.010 |
|
Overige beleggingen |
3.579 |
- |
- |
2.477 |
6.056 |
|
Fiduciair kosten |
16.537 |
- |
- |
- |
16.537 |
|
Kosten bewaarloon |
2.125 |
- |
- |
- |
2.125 |
|
Doorbelasting kosten bestuursbureau |
- |
- |
- |
7.234 |
7.234 |
|
Totaal |
57.126 |
- |
- |
9.711 |
66.837 |
|
De performance fee en de transactiekosten zijn in de jaarrekening in mindering gebracht op de indirecte beleggingsresultaten. Het totaal aan performance fee voor 2023 bedraagt € 28 miljoen (2022: € 71 miljoen). Het totaal aan transactiekosten voor 2023 bedraagt € 25 miljoen (2022: € 40 miljoen). De transactiekosten worden op verschillende manieren verkregen. Hieronder wordt per beleggingscategorie beschreven hoe de transactiekosten vastgesteld worden.Voor de vastgoedbeleggingen Nederland zijn de transactiekosten betrouwbaar vast te stellen door middel van opgave van de manager (2023: € 0,1 miljoen; 2022: € 0,1 miljoen). Voor de beleggingen in Europa, Noord-Amerika en het Verre Oosten worden de transactiekosten niet separaat aangeleverd en zijn daardoor niet betrouwbaar vast te stellen. Voor de categorie aandelen worden de kosten vastgesteld op basis van facturen van brokers (2023: € 2,7 miljoen; 2022: € 3 miljoen). De kosten van vastrentende waarden worden inzichtelijk gemaakt door middel van de spread op aan- en verkopen (2023: € 18,5 miljoen; 2022: € 31,4 miljoen). |
||||||
Voor de berekening wordt gebruik gemaakt van een spread op basis van de gemiddelde spread per kwartaal. De kosten van derivaten worden op dezelfde manier vastgestelde als vastrentende waarden, op basis van spread (2023: € 1,7 miljoen; 2022: € 3,0 miljoen). Voor de categorie overige beleggingen worden meerdere methodes toegepast. Een deel wordt op dezelfde manier vastgesteld als vastrentende waarden, op basis van een spread (2023: € 1,2 miljoen; 2022: € 1,0 miljoen). Voor alternatieve beleggingen is dat door middel van een zogenaamd ILPA statement. Indien er geen ILPA statement beschikbaar is, dan worden de transactiekosten op basis van default CAS vastgesteld (2023: € 1,0 miljoen; 2022: € 1,1 miljoen). In totaal is 88% (2022: 92%) van de transactiekosten gebaseerd op schattingen of
|
||||||
De kosten vermogensbeheer over voorgaand jaar kunnen als volgt worden uitgesplitst: |
||||||
2022 |
||||||
Beleggingscategorie
|
Beheerkosten |
Perfor-mance fee |
Transactie kosten |
Overige kosten |
Totaal |
|
Vastgoedbeleggingen |
1.630 |
- |
- |
- |
1.630 |
|
Aandelen |
5.514 |
- |
- |
- |
5.514 |
|
Vastrentende waarden |
25.070 |
- |
- |
- |
25.070 |
|
Overige beleggingen |
3.749 |
- |
- |
1.898 |
5.647 |
|
Fiduciair kosten |
16.257 |
- |
- |
- |
16.257 |
|
Kosten bewaarloon |
2.547 |
- |
- |
- |
2.547 |
|
Doorbelasting kosten bestuursbureau |
- |
- |
- |
5.791 |
5.791 |
|
Totaal |
54.767 |
- |
- |
7.689 |
62.456 |
Relatie jaarrekening en beleggingsbeleidIn de jaarrekening zijn de beleggingen gerubriceerd naar de aard van de financiële instrumenten. De beleggingsresultaten worden op overeenkomstige manier verantwoord. Uit het volgende overzicht blijkt de aansluiting tussen de jaarrekening enerzijds en het beleggingsbeleid anderzijds. |
||||||
Beleggingsbeleid |
Jaarrekening |
|||||
Beleggingsresultaat |
Vastgoed beleggingen |
Aandelen |
Vastrentende waarden |
Overige beleggingen |
Totaal 2023 |
|
Directe vastgoedbeleggingen |
(146) |
(146) |
||||
Indirecte vastgoedbeleggingen |
(222) |
(1) |
- |
- |
(223) |
|
Aandelen |
- |
1.982 |
- |
- |
1.982 |
|
Vastrentende waarden |
- |
- |
2.089 |
- |
2.089 |
|
Derivaten |
- |
2 |
433 |
- |
435 |
|
Overige beleggingen |
- |
92 |
- |
71 |
163 |
|
Totaal |
(368) |
2.075 |
2.522 |
71 |
4.300 |
|
Toerekening algemene kosten aan beleggingsresultaat |
(7) |
|||||
4.293 |
||||||
In geval beleggingsinstrumenten in meerdere beleidscategorieën voorkomen, worden de beleggingsresultaten pro-rata toegerekend op basis van de eindejaarsverdeling. Beleggingskosten worden toebedeeld aan de beleidscategorieën voor zover van toepassing. Niet aan beleggingsinstrumenten toe te rekenen kosten worden pro-rata toegerekend op basis van de eindejaarsverdeling. |
||||||
Rendement 2023 |
8,65% |
|||||
Rendement 2022 |
(23,3%) |
|||||
2023 |
2022 |
|||||
15 |
Overige baten |
|||||
De post overige baten bestaat uit: |
||||||
Overige |
1 |
- |
||||
Totaal |
1 |
- |
||||
Onder de overige baten zijn opgenomen de ontvangen creditrente op de handelsbankrekeningen. |
2023 |
2022 |
||||
16 |
Pensioenuitkeringen |
||||
De post pensioenuitkeringen is als volgt opgebouwd: |
|||||
Ouderdomspensioen |
1.176 |
1.070 |
|||
Partnerpensioen |
279 |
255 |
|||
Wezenpensioen |
4 |
3 |
|||
Anw-pensioen |
4 |
4 |
|||
Subtotaal uitkering |
1.463 |
1.332 |
|||
Afkoopsommen |
5 |
5 |
|||
Totaal |
1.468 |
1.337 |
|||
17 |
Pensioenuitvoeringskosten |
||||
De kosten van de pensioenuitvoering ad € 36 miljoen (2022: € 34 miljoen) zijn exclusief de beleggingskosten. De beleggingskosten worden direct ten laste gebracht van het beleggingsresultaat (zie onderdeel 10). De uitvoering van het vermogensbeheer en de pensioenregeling is net als voorgaande jaren uitbesteed.De post pensioenuitvoeringskosten is als volgt te splitsen: |
|||||
2023 |
2022 |
||||
Kosten pensioenuitvoering |
24 |
24 |
|||
Kosten transitie pensioenuitvoering |
- |
2 |
|||
Personeelskosten |
6 |
5 |
|||
Kosten huisvesting en benodigdheden |
1 |
1 |
|||
Kosten bestuur, commissies en verantwoordingsorgaan |
2 |
2 |
|||
Kosten toezichthouders en Pensioenregister |
1 |
1 |
|||
Accountantskosten |
- |
- |
|||
Kosten actuariële certificering |
- |
- |
|||
Overige kosten |
9 |
5 |
|||
Toerekening aan vermogensbeheer |
(7) |
(6) |
|||
Totaal |
36 |
34 |
|||
Vanaf boekjaar 2022 is de pensioenuitvoering ondergebracht bij TKP Pensioen B.V. Tot en met 2021 was dit ondergebracht bij MN Services N.V. De kosten transitie pensioenuitvoering hebben nog betrekking op de afrondende werkzaamheden van de transitie waaronder dataschoning. De kosten van uitvoering van de pensioenregeling zijn inclusief btw.De kosten voor de besturing van het fonds stegen in 2023. In de besturingskosten zijn onder meer de personeelskosten van 41 medewerkers (2022: 37 medewerkers) van het bestuursbureau en 3 uitvoerende bestuursleden (2022: 3 uitvoerende bestuurders) verwerkt en de inhuur van externe medewerkers.Eind 2023 heeft het fonds naast de 3 uitvoerende bestuursleden 24,0 fte beleidsbepalers of -adviseurs, 9,7 fte pensioenconsulenten en 5,0 fte in overige ondersteunende functies in dienst.Van de personeelskosten wordt 35% van de salarissen, sociale lasten, pensioenen en leasekosten en 50% van de overige kosten toegerekend aan vermogensbeheer (2022: 50% op alle kosten). Van de
|
|||||
(x € 1 duizend) |
2023 |
2022 |
|||
Personeelskosten |
|||||
Lonen en salarissen |
4.722 |
3.394 |
|||
Pensioenlasten |
735 |
671 |
|||
Sociale lasten |
485 |
425 |
|||
Overige personeelskosten |
268 |
177 |
|||
Totaal |
6.210 |
4.667 |
Kosten bestuur, commissies en verantwoordingsorgaanOnder de kosten voor bestuur, commissies en verantwoordingsorgaan zijn de totale kosten opgenomen voor het bestuur, commissies en verantwoordingsorgaan, inclusief de vergoeding aan de leden. De vergoeding aan uitvoerend en niet uitvoerende bestuurders bedraagt in 2023 € 1.468 duizend (2022:
|
|||||
(x € 1 duizend) |
2023 |
2022 |
|||
Onderzoek van de jaarrekening |
202 |
192 |
|||
Andere controle werkzaamheden |
111 |
196 |
|||
Andere niet-controlediensten |
- |
- |
|||
313 |
398 |
||||
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij het fonds zijn uitgevoerd door Ernst & Young Accountants LLP. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de jaarrekening en andere controlewerkzaamheden over boekjaar 2023 ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn verricht. De andere kosten zijn gerelateerd aan de additionele werkzaamheden in het kader van de controle van de informatie in het jaarverslag rondom duurzaamheid. |
|||||
(x € 1 duizend) |
2023 |
2022 |
|||
Kosten toezichthouders en Pensioenregister |
|||||
Kosten toezichthouder DNB |
1.103 |
714 |
|||
Kosten toezichthouder AFM |
136 |
120 |
|||
Kosten Pensioenregister |
106 |
88 |
|||
Totaal |
1.345 |
922 |
|||
18 |
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfondsZie toelichting balanspost voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds (9). |
||||
19 |
Mutatie voorziening gemoedsbezwaardenZie toelichting balanspost voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds (9). |
||||
20 |
Saldo herverzekering |
||||
2023 |
2022 |
||||
Uitkeringen uit hoofde van herverzekeringen |
- |
- |
|||
Totaal |
- |
- |
|||
De post saldo herverzekering bestaat uit ontvangen uitkeringen van herverzekeraars (2023: € 95 duizend, 2022: € 101 duizend). |
21 |
Saldo overdrachten van rechten |
||||
De afhandeling van nieuwe individuele waardeoverdrachten is afhankelijk van de hoogte van de beleidsdekkingsgraad. De afgelopen twee jaren was de beleidsdekkingsgraad boven de 100% waardoor waardeoverdrachten uitgevoerd konden worden. |
|||||
2023 |
2022 |
||||
Deze post bestaat uit: |
|||||
Uitgaande waardeoverdracht individueel |
78 |
209 |
|||
Uitgaande waardeoverdracht collectief |
- |
- |
|||
Inkomende waardeoverdracht individueel |
(159) |
(156) |
|||
Inkomende waardeoverdracht collectief |
- |
- |
|||
Totaal |
(81) |
53 |
|||
22 |
Overige lasten |
||||
De post overige lasten is als volgt opgebouwd: |
|||||
Mutatie oninbare vorderingen |
- |
- |
|||
Overige |
2 |
4 |
|||
2 |
4 |
||||
De overige andere lasten bestaan uit betaalde interest. |