IN VERBINDING MET ONZE STAKEHOLDERS |
PME is van en voor de werknemers, werkgevers en gepensioneerden in de metaal- en technologische industrie. Onze sociale partners, verenigd in de Raad van Overleg Metalektro (ROM), zijn als vertegenwoordiger van werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden dus een belangrijke stakeholder. Wij gaan regelmatig met hen in gesprek.
Alle afspraken tussen sociale partners en PME voor de financiering en uitvoering van de pensioenregeling liggen vast in de bedrijfstakuitvoeringsovereenkomst (BUO). Eind 2022 liep de oude BUO af. Een nieuwe BUO ging op 1 januari 2023 in, nadat in 2022 een evaluatie was uitgevoerd en met sociale partners, verenigd in de Raad van Overleg Metalektro (ROM), verschillende bestuurlijke overleggen over deze evaluatie hadden plaatsgevonden. De nieuwe BUO loopt tot uiterlijk 2026, of een eerdere datum bij overgang naar een nieuwe pensioenregeling. In de BUO werd een premiepercentage van 27,98% vastgelegd en een opbouwpercentage van 1,815%.
In de tweede helft van 2023 vond afstemming met sociale partners plaats over onze besluitvorming rondom de verhoging van de pensioenen op 1 januari 2024 en de afwegingen die we daarbij maakten. En we bespraken met sociale partners in die periode onze voornemens voor herziening van het verwachte rendement in ons premiebeleid. Dit vanwege de nieuwe parameters die sinds 1 juli 2023 van kracht zijn. Een ongewijzigd premiebeleid zou leiden tot een verlaging van een pensioenopbouw van 1,65% per jaar, wat niet in lijn ligt met de ambitie van sociale partners. Met de herijking van het verwachte rendement is een hogere pensioenopbouw mogelijk. Wij besloten daarom in het najaar van 2023 om in ons premiebeleid 2024-2026 uit te gaan van een verhoogd verwacht rendement op basis van de nieuwe parameters 2022. Als gevolg hiervan besloten we om, gegeven de premie van 27,98%, de pensioenopbouw in 2024 naar 1,875% te verhogen.
In september 2023 startten de (onderhandelings-) gesprekken tussen sociale partners over de nieuwe pensioenregeling. En ook voorafgaand aan de onderhandelingen spraken wij regelmatig met sociale partners over de nieuwe regels voor pensioen. Vertegenwoordigers van PME zijn bij alle gesprekken aanwezig geweest. Ook participeerden wij in een technische werkgroep, die de onderhandelingsgesprekken voorbereidde. Wij constateren dat we in dit proces zeer constructief en prettig met elkaar hebben samengewerkt.
Met onze toezichthouder De Nederlandsche Bank is zeer regelmatig overleg. In de paragraaf Extern toezicht gaan we hier op in. Met de AFM zijn geen periodieke één op één gesprekken. Samen met de Pensioenfederatie en de pensioenfondsen ABP, PFZW, PMT en BpfBOUW voeren we sinds 2022 wel regelmatig overleg met AFM. En ook met DNB. Dit om relevante actuele en eventuele fondsoverstijgende knelpunten in toezicht of uitvoering te bespreken.
PME neemt ook deel aan het Toezichtsplatform Pensioentransitie, een initiatief van DNB en AFM. Het doel van dit platform is het tijdig signaleren en bespreken van sectorbrede aandachtspunten en dilemma’s in de pensioentransitie. Naast DNB en AFM nemen ook de brancheorganisaties uit de sector, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars, deel. Bestuurders van zes pensioenfondsen, waaronder PME, nemen deel. Deze zes pensioenfondsen variëren in omvang qua deelnemers, technische voorziening, soort pensioenfonds (bedrijfstak-, ondernemings-, beroeps- en algemeen pensioenfonds), voorgenomen moment van invaren en wel of niet de pensioenadministratie uitbesteed.
De vereniging van gepensioneerden PME (VGPME) benoemt leden in ons verantwoordingsorgaan en draagt kandidaten voor verkiezingen van bestuursleden namens gepensioneerden voor. Wij hebben periodiek overleg met het bestuur van de VGPME. We bespreken over en weer de thema’s die voor ons actueel zijn en lichten (voorgenomen) beleidslijnen toe. Maar ook tijdens bijeenkomsten van de verenigingsraad of tijdens de algemene ledenvergadering van VGPME geven wij acte de présence.
Tijdens de bijeenkomst voor gepensioneerden van PME op 18 december 2023 in Eindhoven vertelde de voorzitter van VGPME, de heer Arie Kaandorp, over de werkzaamheden van VGPME en de rol van VGPME bij het hoorrecht op het transitieplan van sociale partners.
De verenigingen van gepensioneerden van de ondernemingen Océ (VG Océ) en Siemens (VG Siemens) trekken – waar gewenst – met de VGPME op, maar hebben ook hun eigen activiteiten en bijeenkomsten. In 2023 bestond VG Océ 25 jaar. Tijden de ALV in november heeft Eric Uijen de leden toegesproken en onder meer geïnformeerd over de besluitvorming rondom het verhogen van de pensioenen, de financiële situatie van het fonds en de voorbereidingen op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel en de gevolgen hiervan voor gepensioneerden.
Wij werken op vele vlakken samen met andere partijen. Wij zijn een actief lid van de Pensioenfederatie, de overkoepelende belangenbehartiger van bijna alle Nederlandse pensioenfondsen. De Pensioenfederatie vertegenwoordigt 156 pensioenfondsen en de belangen van in totaal 6,2 miljoen deelnemers, 3,8 miljoen pensioengerechtigden en 9,1 miljoen gewezen deelnemers. De pensioenfondsen die aangesloten zijn bij de Pensioenfederatie beheren samen ongeveer € 1.400 miljard. Wij hebben zitting in verschillende commissies en werkgroepen van de Pensioenfederatie.
Met onze uitvoeringsorganisaties TKP en MN Vermogensbeheer trekken wij samen op bij onder meer het reageren op consultaties van nationale en internationale wet- en regelgeving. Ook zoeken wij – indien nodig – afstemming met andere klanten van onze uitvoeringsorganisaties bij uitvoeringstechnische issues.
Verder hebben wij veelvuldig contact met andere grote pensioenfondsen, zoals ABP, PFZW, BPF Bouw en PMT. Informatie en kennis worden uitgewisseld en indien gewenst met anderen gedeeld. In 2023 hielden we elkaar goed op de hoogte van de voorbereidingen op de nieuwe pensioenregelingen en de financiële opzet van de regelingen in het nieuwe pensioenstelsel, de behandeling van de Wet toekomst pensioenen in de Tweede Kamer en bereidden we de agendapunten voor de gezamenlijke overleggen met de toezichthouders voor.
We spraken ook af dat de verschillende vermogensbeheerspecialisten van onze fondsen en de Pensioenfederatie maandelijks overleg met elkaar voeren, waarbij het doel is om meer coördinatie, afstemming en – zo mogelijk – samenwerking te vinden bij de verschillende overheidsinitiatieven waarbij onze fondsen worden betrokken. Bijvoorbeeld bij de uitnodigingen en oproepen om meer te investeren in de realisatie van warmte- en elektriciteitsnetwerken, verduurzaming schoolgebouwen, innovaties in Nederland, defensie, woningbouw, etc..
Ook via andere platforms hebben we regelmatig contact met andere fondsen over onderwerpen op het gebied van pensioen en vermogensbeheer. Zo hebben we via de klantenraad van TKP contact met andere klanten van TKP en kunnen we gezamenlijk invloed uitoefenen op de (beleids- en uitvoerings-)keuzes van de TKP-directie. Wij zijn aangesloten bij het initiatief ‘Pensioen Doen’, waarin verschillende pensioenfondsen met elkaar best practices uitwisselen op het gebied van de dienstverlening. Verder worden nieuwe innovatieve toepassingen in dit platform met elkaar gedeeld.
Tot medio 2022 hadden wij via onze uitbestedingspartij MN een partnerschap met Netspar, een denktank en onderzoeksnetwerk op het gebied van pensioenen en vergrijzing. In 2023 zijn gesprekken met Netspar gestart om opnieuw een partnerschap aan te gaan. Wij willen namelijk als groot pensioenfonds onze maatschappelijke taak mede invulling geven door (financiële en/of praktische) bijdragen te leveren aan onderzoek op het gebied van pensioenen. In 2023 spraken wij de intentie uit om vanaf 1 oktober 2024 partner te worden van Netspar. In de loop van 2024 besluiten wij of deze intentie wordt omgezet in een overeenkomst tussen PME en Netspar.
Voor onze vastgoedportefeuille onderzoeken we hoe we de bouw van woningen duurzamer kunnen maken en hoe we woningen het beste kunnen verduurzamen. Een van de manieren daarvoor is bouwen met hout en andere biologische materialen zoals plantaardige vezels. Die biologische materialen slaan CO₂ op, in tegenstelling tot bijvoorbeeld beton en cement, die bij de productie ervan juist veel CO₂ uitstoten. Om meer te kunnen beleggen in gezond en klimaatvriendelijk vastgoed, is meer kennis nodig. Daarom ondersteunt PME samen met Achmea Real Estate (de Nederlandse vastgoedbelegger van PME) wetenschappelijk onderzoek naar bouwen met natuurlijke materialen. Niet alleen met financiële steun, maar ook met kennis en ervaring uit de praktijk. Samen met de faculteit Bouwkunde van de TU Delft werken we zo aan de kennis die nodig is voor het bouwen van de toekomst. Het Biobased Design Team aan de TU Delft werd eind 2023 versterkt met een hoogleraar. Alex de Rijke werd benoemd tot professor Timber Architecture.
Regelmatig worden in de politiek onderwerpen en issues benoemd, waarbij de overheid en andere instellingen pensioenfondsen vragen om (mede-) te financieren. Bijvoorbeeld voor de financiering van warmtenetten, groene waterstof, biobased bouwen, venture capital, innovatieve technologie, verduurzaming van schoolgebouwen, woningmarkt, stimuleren circulaire economie en defensie.
Vanuit de verschillende ministeries worden gesprekken, expertsessies, rondetafelgesprekken, werkgroepen geïnitieerd, waarbij regelmatig ook de ministers of staatssecretarissen aanwezig zijn. Het afgelopen jaar zijn er dergelijke initiatieven en gesprekken geweest vanuit de ministeries van Economische Zaken en Klimaat, van Financiën, van Onderwijs, van Binnenlandse zaken (incl. Volkshuisvesting), van Infrastructuur en Waterstaat, van Defensie en van Landbouw.
PME staat open om samen met de overheid te onderzoeken waar pensioenfondsen een (financiële) bijdrage kunnen leveren bij maatschappelijke vraagstukken. Wel moet een goed rendement voor deze financiële bijdragen gerealiseerd kunnen worden. In 2023 namen we samen met de Pensioenfederatie, ABP, PFZW, PMT en BpfBOUW het initiatief om de verschillende gesprekken en initiatieven aan de kant van de pensioenfondsen te coördineren, zodat we kennis kunnen delen en meer gezamenlijk kunnen optrekken richting de politiek en overheid.