BIJLAGEN |
Productnaam: Stichting PME Pensioenfonds
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI): RR5C8B0WL67LM8LXGY08
Had dit financiële product een duurzamebeleggingsdoelstelling? |
|||||
◉ ◉ ⧠ ja |
◉ ⭘ ☒ Nee |
||||
⧠ |
Dit product heeft de volgende duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling gedaan: ___%. |
☒ |
Het product promootte ecologische/sociale (E/S) kenmerken. Hoewel duurzaam beleggen niet het doel ervan was, had het een minimum van 18,20% duurzame beleggingen. |
||
⧠ in economische activiteiten die volgens de EU-toxonomie als ecologisch duurzaam gelden |
⧠ met een ecologische doelstelling in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam gelden. |
||||
⧠ in economische activiteiten volgens de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam gelden. |
☒ met een ecologische doelstelling in economische activiteiten die volgens de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam gelden. |
||||
☒ met een sociale doelstelling. |
|||||
⧠ Dit product heeft de volgende duurzame beleggingen met een sociale doelstelling gedaan: ___%. |
⧠ Het product promootte E/S-kenmerken, maar heeft niet duurzaam belegd. |
Stichting PME Pensioenfonds (hierna: PME) belegt voor een goed pensioen. PME streeft ernaar dit zo verantwoord mogelijk te doen, zodat gepensioneerden hun pensioen ontvangen in een wereld die toekomstbestendig, rechtvaardig en leefbaar is.
PME heeft zich met name gericht op:
De pensioenregeling als zodanig heeft niet een referentiebenchmark zoals bedoeld in SFDR.
Meer informatie over de gerealiseerde duurzame ambities is opgenomen in hoofdstuk 5 van het jaarverslag van PME.
De duurzaamheidsindicatoren die PME hanteert, hebben in 2023 als volgt gepresteerd:
Engagementthema |
Aantal ondernemingen |
Biodiversiteit |
9 |
Energietransitie 2021 – 2023 |
9 |
IMVB Cases |
4 |
Leefbaar inkomen in agrifood |
5 |
Leefbaar loon in textiel |
6 |
Nederlandse Beurgenoteerde Ondernemingen3 |
7 |
Engagement via Federated Hermes4 |
580 |
De gewogen gemiddelde scores op de indicatoren uit het EMD (Emerging Market Debt) Landenraamwerk. Dit betreft de volgende indicatoren:
Onderstaande tabel geeft de scores van de EMD portefeuilles van PME weer:
Aspect ESG ontwikkeling |
Indicator |
Schaal* |
Uitleg |
Score EMD portefeuilles |
Governance
|
Corruption Perception Index |
0-100 |
0 = laagste niveau van corruptie100 = hoogste niveau van corruptie |
37,83 |
Democracy Index |
0-100 |
0 = laagste niveau van democratie100 = hoogste niveau van democratie |
65,01 |
|
Sociale ontwikkeling |
Human Development Index |
0-100 |
0 = laagste ontwikkelingsniveau100 = hoogste ontwikkelingsniveau |
75,57 |
Milieurisico |
Vulnerability Index |
0-100 |
0 = niet kwetsbaar100 = kwetsbaar |
41,82 |
Readiness Index |
0-100 |
0 = niet gereed100 = volledig voorbereid |
39,51 |
De duurzaamheidsindicatoren die PME hanteerde in 2022 hadden als volgt gepresteerd:
Engagementthema5 |
Aantal ondernemingen |
Biodiversiteit |
5 |
Energietransitie 2021 – 2023 |
13 |
IMVB cases |
6 |
Leefbaar inkomen in agrifood |
5 |
Leefbaar loon in textiel |
6 |
Nederlandse Beurgenoteerde Ondernemingen |
9 |
Engagement via Federated Hermes |
599 |
Corruption Perception Index van Transparency International De Democracy Index van de Economist Intelligence Unit De Vulnerability en Readiness score van de Notre Dame Global Adaptation Initiative (ND-GAIN) De Human Development Index (HDI) van de United Nations Development Programme.
Onderstaande tabel geeft de scores van de EMD portefeuilles van 2022 van PME weer:
Aspect ESG ontwikkeling |
Indicator |
Schaal* |
Uitleg |
Score EMD portefeuilles |
Governance & sociaal |
Corruption Perception Index |
0-100 |
0 = laagste niveau van corruptie100 = hoogste niveau van corruptie |
37,98 |
Democracy Index |
0-100 |
0 = laagste niveau van democratie100 = hoogste niveau van democratie |
64,68 |
|
Sociale ontwikkeling |
Human Development Index |
0-100 |
0 = laagste ontwikkelingsniveau100 = hoogste ontwikkelingsniveau |
76,22 |
Milieurisico |
Vulnerability Index |
0-100 |
0 = niet kwetsbaar100 = kwetsbaar |
40,81 |
Readiness Index |
0-100 |
0 = niet gereed100 = volledig voorbereid |
39,01 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gewogen gemiddelde scores op de indicatoren uit het EMD Landenraamwerk in 2023 nagenoeg gelijk zijn gebleven aan die van 2022.
De duurzame beleggingen van de pensioenregeling van PME hebben bijgedragen aan de doelstellingen van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Deze beleggingen hebben een grote variëteit aan duurzame doelstellingen zoals alternatieve energie, energie efficiëntie, duurzaam water en preventie van vervuiling, sanitaire voorzieningen, betaalbare huisvesting, MKB financiering en educatie. De bijdrage aan SDG’s is over de hele beleggingsportefeuille van PME gemeten.
Dit betreft voor een deel impactbeleggingen, en voor een ander deel de overige beleggingen die aan SDG’s bijdragen.
Impactbeleggingen zijn investeringen die met de bedoeling zijn gedaan om impact te creëren (intentioneel), en hebben een meetbare impact. Deze beleggingen hebben een van de volgende impactdoelstellingen en kunnen elk gekoppeld worden aan de SDG’s:
Zoals benoemd, is de bijdrage aan SDG’s over de gehele beleggingsportefeuille van PME gemeten. De SDI-meting is voor de liquide portefeuilles grotendeels gemeten met behulp van externe data (MSCI Sustainable Impact Metrics en Green, Social & Sustainability Bond exposure). Voor de meting van ondernemingen is alleen de economische activiteit van een onderneming die ook daadwerkelijk bijdrage heeft geleverd aan één van de sustainable development goals meegenomen in de berekening. Voor staatsobligaties geldt dat alleen beleggingen die als green, social of sustainability bond zijn geclassificeerd, zijn meegenomen als SDG-bijdrage. Voor de illiquide portefeuilles is dit handmatig door de portefeuille managers berekend.
Hoe de duurzame beleggingen van de pensioenregeling geen ernstige afbreuk hebben gedaan aan ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstellingen verschilt per beleggingscategorie:
De duurzame beleggingen van PME hebben rekening gehouden met de belangrijkste effecten ongunstige op duurzaamheidsfactoren zoals opgenomen in Bijlage 1 van de SFDR gedelegeerde verordening9. Deze bijlage specificeert wat de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren zijn aan de hand van 18 verplichte indicatoren (ook wel principal adverse impact (PAI) indicatoren genoemd). De meeste van deze indicatoren zijn van toepassing op ondernemingen (14). Daarnaast zijn er twee indicatoren gespecificeerd voor beleggingen in staatsobligaties, en twee indicatoren voor vastgoed. Hoe de duurzame beleggingen van de pensioenregeling rekening hebben gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren verschilt per beleggingscategorie:
Details: Voor alle nieuwe contracten die worden afgesloten geldt dat de geselecteerde vermogensbeheerders wordt gevraagd zich te committeren aan de OESO-richtlijnen en/of leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten (UNGP’s). Daarnaast is een aanvullende screening toegepast op beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties. Deze beleggingen zijn getoetst aan de hand van een controverse screening op basis van meerdere MSCI datapunten. In deze screening wordt gekeken naar de volgende internationale standaarden: OESO-richtsnoeren, de UNGP’s en de principes van de United Nations Global Compact. Beleggingen in een onderneming zijn niet als duurzaam aangemerkt bij een ondermaatse prestatie van die onderneming op het gebied van internationale standaarden die betrekking hebben op gedegen ondernemingspraktijken en mensen- en arbeidsrechten.
In de EU-taxonomie is het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” vastgesteld. Dit houdt in dat op taxonomie afgestemde beleggingen geen ernstige afbreuk mogen doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie, en dat een en ander vergezeld gaat van specifiekeEU criteria.
Het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” is alleen van toepassing op de onderliggende beleggingen van het financiële product die rekening houden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten. De onderliggende beleggingen van het resterende deel van dit financiële product houden geen rekening met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten.
Andere duurzame beleggingen mogen evenmin ernstige afbreuk doen aan ecologische of sociale doelstellingen.
PME heeft rekening gehouden met de belangrijkste negatieve effecten van de beleggingen op duurzaamheidsfactoren. Duurzaamheidsfactoren worden wettelijk gedefinieerd als ecologische, sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en van omkoping.
Ondernemingen met ondermaatse prestaties op ESG gebied zijn uitgesloten met als doel de belangrijkste negatieve effecten van de beleggingen op duurzaamheidsfactoren te beperken. De duurzaamheid van de bedrijfsvoering van ondernemingen wordt beoordeeld op basis van verschillende onderwerpen als CO₂-uitstoot, energie- en waterverbruik, ethiek, anti-corruptie en mensen- en arbeidsrechten. PME gelooft dat ondernemingen met een lage of geen ESG-score verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren. Daarom is niet belegd in deze ondernemingen. Ook is er specifiek gekeken naar ondernemingen met activiteiten die een grote impact kunnen hebben op het milieu. De laagst scorende ondernemingen actief in sectoren met een hoog klimaatrisico zijn uitgesloten om de belangrijkste ongunstige effecten op het milieu te beperken. Daarnaast is er niet belegd in ondernemingen waarvan de producten geacht worden een negatief effect op de maatschappij te hebben, zoals controversiële wapens, productie van steenkool, teerzandolie en ondernemingen uit de olie- en gassector11, 12.
Ook heeft PME niet belegd in staatsobligaties van landen die onvoldoende scoren op ecologische en sociale aspecten. Op grond van het zogeheten landenraamwerk zijn overheden beoordeeld op verschillende onderwerpen zoals de kwetsbaarheid voor klimaatrisico’s, de bereidheid en mogelijkheid van landen zich aan te passen aan klimaatverandering, de mate van democratie en de sociale ontwikkeling van een land. Wanneer een land op een van deze indicatoren tenminste tot de 25% slechts-presterende landen behoort, is er niet belegd in de staatsobligatie van dit land. PME gelooft dat landen die ondermaats presteren op klimaat en sociale onderwerpen onvoldoende verantwoordelijkheid nemen voor de belangrijkste ongunstige effecten van overheden op duurzaamheidsfactoren. Daarom zijn deze staatsobligaties uitgesloten van de beleggingen.
Voor zijn vastgoedbeleggingen heeft PME aandacht voor de verduurzaming van vastgoed. We dringen er bij de managers van vastgoed in Nederland, Europa en de VS op aan deel te nemen aan de Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB). Om hieraan deel te nemen moet onder andere informatie worden verschaft over verschillende duurzaamheidsaspecten zoals metingen van het CO₂ -en energieverbruik. Op basis daarvan zijn de ongunstige effecten van vastgoed in Nederland, Europa en de Verenigde Staten gemonitord.
Naast het uitsluiten van ondernemingen heeft PME beoogd invloed uit te oefenen op de strategie van ondernemingen om de negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren te beperken. Door middel van het dialoogprogramma is engagement gevoerd met ondernemingen waar zich misstanden voordoen en die internationale standaarden omtrent mensen- en arbeidsrechten onvoldoende naleven. Ook is er dialoog gevoerd op de thema’s leefbaar inkomen en leefbaar loon, biodiversiteit en de energietransitie. Om engagement met ondernemingen te verbreden en te verdiepen is er een toegespitste dialoog gevoerd met bedrijven in onze beleggingsportefeuille op de onderwerpen milieu, sociaal, ondernemingsbestuur en de strategie van de onderneming. Hiermee heeft PME de betrokkenheid bij ondernemingen vergroot en heeft PME haar invloed als aandeelhouder beter aangewend om hen aan te zetten tot een duurzame strategie. Daarnaast is er voor aandelenbeleggingen gestemd op aandeelhoudersvergaderingen over onderwerpen als goed ondernemingsbestuur en klimaat.
Op de website van PME is de verklaring te vinden over hoe wordt omgegaan met de belangrijkste negatieve effecten van beleggingen. Ieder jaar voor 30 juni rapporteert PME middels deze verklaring over de 18 verplichte indicatoren en vier geselecteerde optionele indicatoren.
Grootste beleggingen13 |
Sector |
% Activa |
Land |
Staatsobligaties Duitsland |
Government |
8,97% |
Duitsland |
Staatsobligaties Nederland |
Government |
3,23% |
Nederland |
Staatsobligaties Oostenrijk |
Government |
1,73% |
Oostenrijk |
Staatsobligaties Frankrijk |
Government |
1,37% |
Frankrijk |
Staatsobligaties Ierland |
Government |
0,87% |
Ierland |
Staatsobligaties België |
Government |
0,86% |
België |
Staatsobligaties Brazilië |
Government |
0,76% |
Brazilië |
Staatsobligaties Zuid-Afrika |
Government |
0,65% |
Zuid-Afrika |
Staatsobligaties Indonesië |
Government |
0,62% |
Indonesië |
Staatsobligaties Mexico |
Government |
0,61% |
Mexico |
Staatsobligaties Finland |
Government |
0,58% |
Finland |
Staatsobligaties Colombia |
Government |
0,52% |
Colombia |
Staatsobligaties Thailand |
Government |
0,38% |
Thailand |
Staatsobligaties Roemenië |
Government |
0,36% |
Roemenië |
Staatsobligaties Peru |
Government |
0,33% |
Peru |
Het percentage beleggingen die in afstemming was met ecologische en sociale kenmerken bedroeg 97,73%. Hiervan bestond 18,49% uit duurzame beleggingen.
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat de beleggingen van het gebruikte financiële product om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot.
#2 Overige omvat de overige beleggingen van het financiële product die niet zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken en die evenmin als duurzame belegging kwalificeren.
De categorie #1 Afgestemd op E/S- kenmerken omvat:
De berekening van het percentage beleggingen ‘Afgestemd op taxonomie’ is niet onderworpen aan een betrouwbaarheidsverklaring van een accountant of een toetsing van een derde.
De meeste beleggingen van de pensioenregeling van Stichting PME Pensioenfonds dragen bij aan de ecologische – of sociale kenmerken van de pensioenregeling (#1). Deze categorie bedroeg 97,73%.
Om het risicoprofiel van de pensioenregeling te beheersen, de beleggingsportefeuille te diversifiëren of om de beleggingsportefeuille op een efficiënte manier te beheren worden financiële instrumenten ingezet die geen ecologische en sociale kenmerken promoten. Hierbij kan worden gedacht aan financiële instrumenten zoals cash en derivaten. Deze instrumenten zijn opgenomen in de categorie “Overige” (#2), en worden later in het template beschreven. Deze categorie bedroeg per ultimo 2023 2,27%.
De volgende tabel geeft op detailniveau weer in welke economische sectoren belegd is. Op deze manier is bijvoorbeeld te zien wat de blootstelling is naar subsectoren van de economie die inkomsnten genereren uit exploratie, delving, winning, productie, verwerking, opslag, raffinage of distributie, met inbegrip van transport, opslag en handel van fossiele brandstoffen. Economische sectoren die hieronder niet zijn opgenomen hadden op het moment van rapporteren geen beleggingen. Het percentage “unknown” is substantieel. Hieronder vallen met name staatsobligaties (rond de 24%), en illiquide beleggingen zoals vastgoed (rond de 6%) en private equity (rond de 7%).
Economische sectoren |
% Activa |
Commercial Banks & Capital Markets |
5,94% |
Pharmaceuticals & Biotechnology |
2,99% |
Telecommunications |
2,32% |
Software & Diversified IT Services |
2,15% |
Health Care Equipment & Supplies |
2,06% |
Insurance |
1,77% |
Semiconductors |
1,69% |
Chemicals |
1,47% |
Retail |
1,46% |
Interactive Media & Online Consumer Services |
1,43% |
Beverages |
1,25% |
Industrial Machinery & Equipment |
1,14% |
Food Products |
1,13% |
Electronic Devices & Appliances |
1,11% |
Automobile |
1,08% |
Digital Finance & Payment Processing |
0,93% |
Gas and Electricity Network Operators |
0,85% |
Household & Personal Products |
0,79% |
Electronic Components |
0,79% |
Electric Utilities |
0,73% |
Media |
0,72% |
Multi-Utilities |
0,67% |
Transportation Infrastructure |
0,64% |
Heavy Trucks & Construction & Farm Machinery |
0,63% |
IT Consulting & Other Services |
0,62% |
Financial Exchanges |
0,61% |
Real Estate |
0,54% |
Semiconductor Equipment |
0,52% |
Research & Consulting Services |
0,50% |
Trading Companies & Distributors |
0,50% |
Managed Health Care |
0,50% |
Restaurants |
0,50% |
Leisure |
0,48% |
Construction Materials |
0,47% |
Auto Components |
0,43% |
Air Freight & Logistics |
0,39% |
Asset Management & Brokerage |
0,38% |
Rail Transportation |
0,36% |
Industrial Conglomerates |
0,32% |
Construction |
0,31% |
Packaging |
0,30% |
Textiles & Apparel |
0,28% |
Health Care Facilities & Services |
0,28% |
Commercial Support Services |
0,27% |
Mining & Integrated Production |
0,27% |
Auxiliary Financial Services & Data |
0,25% |
Electrical Equipment |
0,23% |
Public & Regional Banks |
0,20% |
Water and Waste Utilities |
0,20% |
Specialized Finance |
0,18% |
Metals Processing & Production |
0,15% |
Mortgage & Public Sector Finance |
0,14% |
Industrial Support Services |
0,13% |
Paper & Forest Products |
0,13% |
Airlines |
0,12% |
Multi-Sector Holdings |
0,11% |
Aerospace & Defence |
0,11% |
Human Resource & Employment Services |
0,10% |
Road Transportation |
0,10% |
Furniture & Fittings |
0,07% |
Marine Transportation |
0,04% |
Development Banks |
0,04% |
Leisure Products |
0,03% |
Health Care Technology & Services |
0,02% |
Renewable Electricity |
0,01% |
Education Services |
0,01% |
Oil & Gas Refining & Marketing |
0,00% |
Integrated Oil & Gas |
0,00% |
Oil & Gas Storage & Pipelines |
0,00% |
Oil & Gas Equipment/Services |
0,00% |
Unknown |
53,07% |
De duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling afgestemd op de EU-taxonomie waren per eind 2023 gebaseerd op omzet 1,06%, op basis van de gehele portefeuille inclusief staatsobligaties. Bij deze berekening is alleen gebruik gemaakt van gerapporteerde data.
☒ Ja
⧠ In fossiel gas
☒ In kernenergie
⧠ Nee
De onderstaande grafieken geven in het groen het percentage op de EU-taxonomie afgestemde beleggingen. Er is geen geschikte methode om te bepalen in hoeverre staatsobligaties* op de taxonomie zijn afgestemd. Daarom geeft het eerste diagram de mate van afstemming voor alle beleggingen van het financiele product inclusief staatsobligaties, terwijl het tweede diagram** alleen voor de beleggingen van het financiele product in andere producten dan staatobligaties aangeeft in hoeverre die op de taxonomie zijn afgestemd.
■ Op taxonomie afgestemd: fossiel gas
■ Op taxonomie afgestemd: kernenergie
■ Op taxonomie afgestemd (geen fossiel gas geen kernenergie)
■ Niet op taxonomie afgestemd
■ Op taxonomie afgestemd: fossiel gas
■ Op taxonomie afgestemd: kernenergie
■ Op taxonomie afgestemd (geen fossiel gas geen kernenergie)
■ Niet op taxonomie afgestemd
Het aandeel beleggingen per einde 2023 in transitie activiteiten betrof 0,03% en in faciliterende activiteiten 0,40%.
n.v.t.
PME heeft een deel van de portefeuille gealloceerd naar duurzame beleggingen. Deze beleggingen dragen bij aan de SDG’s middels impactbeleggingen en overige bijdrage aan SDG’s in de portefeuille. Het behaalde percentage duurzame beleggingen bedroeg 18,20%. PME heeft echter niet per thema een doelstelling gespecificeerd en heeft daarom ook niet de bijdrage aan ecologische en sociale doelstellingen separaat berekend.
PME heeft een deel van de portefeuille gealloceerd naar duurzame beleggingen. Deze beleggingen dragen bij aan de SDG’s middels impactbeleggingen en overige bijdrage aan SDG’s in de portefeuille. Het behaalde percentage duurzame beleggingen bedroeg 18,20%. PME heeft echter niet per thema een doelstelling gespecificeerd en heeft daarom ook niet de bijdrage aan ecologische en sociale doelstellingen separaat berekend.
De verwachte marktwaarde van derivaten en liquide middelen zijn opgenomen onder “#2 Overige”. Dit bedroeg per ultimo 2023 2,27% Deze beleggingen zijn nodig om de portefeuille op een efficiënte manier te beheren en om het risicoprofiel van de pensioenregeling te beheersen. Bij deze instrumenten waren er geen ecologische of sociale minimumwaarborgen.
De volgende maatregelen zijn getroffen om te voldoen aan de ecologische en sociale kenmerken van de pensioenregeling van PME:
Om de beleggingsportefeuille van PME vorm te geven en om prestaties van de beleggingen te meten, worden verscheidene benchmarks gebruikt afhankelijk van de beleggingscategorie. Voor de liquide beleggingen geldt het streven om duurzaamheidskenmerken zoveel mogelijk in de benchmark te implementeren, middels maatwerk ESG benchmarks. Op deze wijze is er sprake van een eenduidig ESG-beleid voor de liquide portefeuilles. Voor illiquide portefeuilles worden reguliere benchmarks gebruikt zonder duurzaamheidskenmerken. De pensioenregeling als zodanig heeft niet een referentiebenchmark zoals bedoeld in SFDR.